Op een muur van een huis in Antwerpen waar ik toevallig langsliep stond een gedicht. Handgeschreven in krijt, of was het witte verf? Het raakte mij, 18 lentes jong, diep in mijn hart. Ik wilde weten wie het had geschreven. Wie was deze mens, die verwoordde waar mijn hart naar verlangde? Ik weet het nog steeds niet, maar ik schreef het gedicht over in mijn agenda en draag het sindsdien bij mij, al 30 jaar lang.
Het blaadje is vergeeld en de randjes verfrommeld en het is vast al eens overgeschreven op een nieuw papiertje, maar het hoort daar, in mijn dagelijkse notitieboek, om me te herinneren aan onze keuzemogelijkheid voor een open hart en de waarde van vriendelijkheid. Van die hartelijkheid een dagelijkse oefening maken, leek me op dat moment als jong mens het hoogste doel van het leven.
En dat gevoel is gebleven, dwars door alle tumult van het leven heen. Het bracht me op het pad van liefde en van Attitudinal Healing. Ik ben de schrijver van het gedicht dankbaar voor deze vonk van inspiratie en het lef dit op een muur te schrijven! Midden in de bruisende stad van Belgische biertjes en gezelligheid en straatmuzikanten, heel onverwachts, dit moment:
Wij zijn hier niet blijvend we zijn transit Een voor een drinken we de laatste beker De meesten van ons beseffen dit niet Daarna lopen we over onze laatste brug Kom, laten we elkaar leren kennen Laten we het onszelf makkelijk maken laten we liefhebben en onszelf geliefd maken de aarde is tenslotte niemands erfenis